UMC verslagen
RonaldFriedel.nl
info@ronaldfriedel.nl
Fotoboek
verslag: 94 | 22 januari 2016
verslag: 93 | 19 januari 2016
verslag: 92 | 11 januari 2016
verslag: 91 | 11 januari 2016
verslag: 90 | 6 januari 2016
verslag: 89 | 5 januari 2016
verslag: 88 | 30 december 2015
verslag: 88 | 28 december 2015
verslag: 87 | 28 december 2015
verslag: 86 | 26 december 2015
verslag: 85 | 6 november 2015
verslag: 84 | 3 november 2015
verslag: 83 | 30 oktober 2015
verslag: 82 | 22 augustus 2015
verslag: 81 | 19 oktober 2012
verslag: 80 | 9 augustus 2012
verslag: 79 | 6 augustus 2012
verslag: 78 | 2 augustus 2012
verslag: 77 | 30 juli 2012
verslag: 76 | 29 juli 2012
verslag: 75 | 27 juli 2012
verslag: 74 | 23 juli 2012
verslag: 73 | 22 juli 2012
verslag: 72 | 21 juli 2012
verslag: 71 | 18 juli 2012
verslag: 70 | 17 juli 2012
verslag: 69 | 16 juli 2012
verslag: 68 | 15 juli 2012
verslag: 67 | 14 juli 2012
verslag: 66 | 13 juli 2012
verslag: 65 | 12 juli 2012
verslag: 64 | 11 juli 2012
verslag: 63 | 10 juli 2012
verslag: 62 | 8 juli 2012
verslag: 61 | 7 juli 2012
verslag: 60 | 6 juli 2012
verslag: 59 | 5 juli 2012
verslag: 58 | 4 juli 2012
verslag: 57 | 3 juli 2012
verslag: 56 | 2 juli 2012
verslag: 55 | 1 juli 2012
verslag: 54 | 30 juni 2012
verslag: 53 | 29 juni 2012
verslag: 52 | 28 juni 2012
verslag: 51 | 27 juni 2012
verslag: 50 | 26 juni 2012
verslag: 49 | 25 juni 2012
verslag: 48 | 24 juni 2012
verslag: 47 | 23 juni 2012
verslag: 46 | 22 juni 2012
verslag: 45 | 21 juni 2012
verslag: 44 | 20 juni 2012
verslag: 44 | 20 juni 2012
verslag: 43 | 19 juni 2012
verslag: 43 | 19 juni 2012
verslag: 42 | 18 juni 2012
verslag: 41 | 17 juni 2012
verslag: 40 | 16 juni 2012
verslag: 39 | 15 juni 2012
verslag: 38 | 14 juni 2012
verslag: 37 | 12 juni 2012
verslag: 36 | 11 juni 2012
verslag: 35 | 10 juni 2012
verslag: 34 | 9 juni 2012
verslag: 33 | 8 juni 2012
verslag: 32 | 7 juni 2012
verslag: 31 | 6 juni 2012
verslag: 30 | 5 juni 2012
verslag: 29 | 4 juni 2012
verslag: 28 | 3 juni 2012
verslag: 27 | 2 juni 2012
verslag: 26 | 1 juni 2012
verslag: 25 | 31 mei 2012
verslag: 24 | 30 mei 2012
verslag: 23 | 29 mei 2012
verslag: 22 | 28 mei 2012
verslag: 21 | 27 mei 2012
verslag: 21 | 27 mei 2012
verslag: 20 | 25 mei 2012
verslag: 19 | 24 mei 2012
verslag: 18 | 23 mei 2012
verslag: 17 | 22 mei 2012
verslag: 16 | 21 mei 2012
verslag: 15 | 20 mei 2012
verslag: 14 | 19 mei 2012
verslag: 13 | 18 mei 2012
verslag: 12 | 17 mei 2012
verslag: 11 | 16 mei 2012
verslag: 10 | 15 mei 2012
verslag: 9 | 14 mei 2012
verslag: 8 | 13 mei 2012
verslag: 7 | 12 mei 2012
verslag: 6 | 11 mei 2012
verslag: 5 | 10 mei 2012
verslag: 4 | 9 mei 2012
verslag: 3 | 8 mei 2012
verslag: 2 | 7 mei 2012
verslag: 1 | 6 mei 2012
verslag: 0 | 9 mei 2012



Speeches Ruth, Harry en Bart
Hierbij de speeches van Ruth, Harry en Bart.




Ruth:

Lieve Ronald,

Ik ben mijn maatje, bondgenoot en mijn lief verloren. 36 Jaar deelden wij lief en ook behoorlijk wat leed. Jij was altijd mijn steun en toeverlaat en nooit liet je mij in de steek. Jouw liefde was onvoorwaardelijk en mijn liefde voor jou ook. Je leefde mee met mij, Bauke, Mirella en Max en Bart met humor, liefde maar ook kritisch. Dat het in mijn jeugd niet allemaal even prettig verliep was voor jou geen punt. Je steunde mij door dik en dun in de verwerking maar, zwelgen in verdriet en boosheid dat mocht niet. Je moet ook een punt kunnen zetten, zei jij dan.

Toen je 3,5 jaar geleden doodziek naar Utrecht ging en 3 maanden op de IC doorbracht en tot 5 keer toe balanceerde op het randje en toch weer beter werd, pakten we de draad gewoon op. Jij herstelde en ging weer aan het werk en we volgden het belangrijke advies van de cardioloog: maak van die tijd op de lijst geen wachttijd maar tijd van leven.

En dat hebben we gedaan ook de afgelopen 3,5 jaar. We genoten van de kinderen en kleinkinderen. Wat was je trots op Bauke die zijn carrière opbouwde en op Mirel die afstudeerde.

En dan de kleinkinderen. Ik heb nooit iemand gezien die zo blij was met zijn kleinkinderen. Je moest ze dan ook wel aan de telefoon hebben voordat je die 2e kerstdag vertrok naar Utrecht. En zij leefden met jou mee, weet je nog wel Max en Bart, wat jullie zeiden tegen Ronald: “Met een nieuw hart kun je weer zwemmen”.

Want we hadden nog zo veel plannen. Een camper kopen en daarmee na jouw pensioen maanden zwerven door Europa en onze familie in Nieuw Zeeland opzoeken.

Je was ook heel lief en romantisch. Regelmatig bedacht je verrassingen voor mij; voor mijn verjaardag altijd om 12 uur ’s nachts een souper met oesters en zalm of oosterse hapjes of zoals mijn laatste verjaardag een heel weekend weg vol verrassingen. Ik ben al die jaren door je verwend.

Maar je was ook, een collega schreef dat en daar moest ik erg om lachen, “een tikkeltje eigenwijs en niet te beroerd om het nog eens uit te leggen als hij dacht dat dit zou helpen”. Ja en die eigenschap deelden we dus….

Wat we niet deelden was jouw gave om plannen te maken; vakanties, uitjes, dineetjes voor vrienden en familie plande je lang te voren. Daarin verschilden jij en ik. Ik ben niet zo van de voorbereiding en liet me al die activiteiten prettig aanleunen.

Zo ging het ook met koken, een van je belangrijkste passies. Je kon je zo verheugen niet alleen op het koken maar juist op het scheppen van gezelligheid. Zo werden in november de kerstmenu's ontworpen. Negeren hielp niet want er moesten wel keuzes worden gemaakt en als ik riep “het duurt nog weken”, hielp dat niets en ging je onverstoorbaar door met de voorbereidingen. In de koelkast staan nog de Hemelse Vijgen in de sherry te weken voor het nagerecht, dat die tweede kerstdag gepland was voor een uitgebreid kerstmenu met z’n tweetjes.

Voordat je liep de deur uit liep om Flip uit te laten riep je: “Wil je de ossenhaas uit de vriezer halen?”. Dus toen je 10 minuten later belde dacht ik dat het daarover ging maar, er was een hart! Het moment waar de we de afgelopen 3 jaar naar toe leefden was ineens daar.

We gingen euforisch naar Utrecht. Natuurlijk hebben we de risico's ingeschat maar of je dat serieus neemt of kan nemen dat is de vraag. Jij zei altijd: “Voor mij is het niet erg als het mis gaat want ik merk daar niks van, maar jullie zitten met de ellende” en ja…. De chirurgen hebben 15 uur gevochten voor jouw leven en onze toekomst maar helaas om 05.00 uur ’s morgens kreeg ik een zeer geëmotioneerde chirurg aan de telefoon.

Dat Ronald realistisch was bleek uit zijn voorbereidingen voor het geval dat het mis zou gaan. Begraven of cremeren was aan mij. Ik heb gekozen voor begraven omdat Ronald dat ook voor mij gekozen zou hebben en een mooi plekje ergens in Haarlem waar ik af en toe naar toe kan fietsen lijkt zo prettig.

Dat Ronald thuis opgebaard zou worden was ook heel duidelijk voor ons. Ronald was dol op zijn thuis en de buurt.

Daarnaast heeft hij een tijd geleden, Bauke zei het al, een enorme muzieklijst opgesteld want ook muziek was een van zijn liefdes. “Voor bij mijn begrafenis,” zei hij. “Drie uur muziek?” vroeg ik. Maar Bauke en ik konden daar dan uit kiezen, de rest was voor bij de borrel, dus straks.

En het allerbelangrijkste, hij schreef 2 brieven die hij in bewaring gaf aan Bart zijn beste vriend. Een brief voor Bauke, Mirella, Max en Bart en een voor mij. En in die van mij staat een stukje dat voor jullie allemaal is.

“Ik had dolgraag 135 met je willen worden, maar dat is ons helaas niet gegeven. Maar dat maakt de afgelopen 36 jaar niet minder waard. Ik hoop dat ik je een beetje duidelijk heb kunnen maken wat je voor me betekent! En ik hoop dat ook jij je in de komende tijd vooral blijft realiseren wat een geweldige tijd we samen hebben gehad. We hebben volop geleefd en ik heb er in het geheel geen spijt van.

Gelukkig hebben we heel veel vrienden en familie. Die zullen je ongetwijfeld door moeilijke momenten heen helpen.

Je begrijpt, ik kan ze niet allemaal een brief schrijven of persoonlijk alle liefs toewensen. Maar knuffel iedereen van me. Zonder anderen te kort te willen doen wil ik er toch een aantal noemen. Mijn broer en zusters (met aanhang en (klein)kinderen), Wilma en Jan, Suzan en Frederik (voor Bauke, Mirel, Max en Bart heb ik een aparte brief geschreven). Maar ook onze familie overzee, Harry en Liz, Fran en Nick en alle andere verwanten in Nieuw-Zeeland. Vanzelfsprekend onze Bartje, Ted, de Hemelvaarders, Johan en Francien, Marianne, Marion en Wietze. Maar ook degenen die ik niet heb opgenoemd, jullie waren me allemaal lief.

Richt met z’n allen een groot banket aan. Dat lijkt me het best bij mijn afscheid passen, want je kent mijn motto: een dag niet lekker gegeten is een dag niet geleefd. Wees er niet (of althans niet te vaak) verdrietig over dat ik er niet meer ben. Maar denk aan ons leven samen, aan alle mooie momenten. Gedenk mijn sterven, maar herinner en vier het leven dat we hebben gehad.

Vergeet me niet, maar vergeet ook niet verder te leven!”

Ronald en ik hebben heel bewust genoten van ons leven samen. Gelukkig niet voortdurend in het besef dat het de laatste momenten zouden kunnen zijn.

Blijkbaar was ons optimisme spreekwoordelijk. Maar als hij wel eens verdrietig was kon ik hem een duwtje geven en ooit kocht ik daarom deze CD en draaide dan het nu volgende nummer.




Harry:

Ronald was mijn broer, ik heb er niet meer.

We komen uit een gezin met vijf kinderen. Ronald was de op een na jongste.

In hun jonge jaren trokken Ronald en Joke veel met elkaar op.

Toen ze klein waren keken ze samen stiekem televisie vanachter de glazen kamerdeur (en werden natuurlijk gesnapt)

In de puberteit werd muziek belangrijk, pingelen op de elektrische gitaar en met vrienden spelen in een bandje.

De kinderen Friedel studeerden verplicht piano, maar gitaar beviel Ronald een stuk beter.

Om het pianospelen wat aangenamer te maken zette hij een Donald Duck achter de pianoboeken en gaf vervolgens de indruk dat ie ijverig aan het studeren was.

Met piano spelen is het niks meer geworden, hij ging liever op de brommer met z’n gitaar Amsterdam in om met zijn vrienden te experimenteren met muziek.

De contacten met Ida en mij werden wat later intensief, vooral toen Ruth en Bauke erbij kwamen.
We vierden de meeste vakanties samen, ook was Bauke vaak bij ons in de schoolvakanties.
Zo heb ik nog een duidelijk beeld van een vakantie in Tsjecho-Slowakije waar we op een ruige camping stonden onder aan de Tatra.

Bauke, Marc en Paul waren voortdurend op avontuur, aan het bomen zagen, aan het hutten bouwen.
Ronald en ik maakten de kampvuren en de pijl en bogen.

Als we bij elkaar zaten werd er heel wat af gediscussieerd, vaak over politiek.
En als de kinderen naar bed waren gingen de avonden door tot diep in de nacht met ruim voldoende drank.

Ronald had nooit zomaar een mening. Hij probeerde anderen met argumenten te overtuigen.
Hij had een brede belangstelling, las ongelooflijk veel.

Op vakanties gingen er dan ook stapels boeken mee. De kinderen mochten laat naar bed, maar dan moesten ze wel lezen! Dat lezen is gebleven, er lagen altijd stapels kranten en boeken in de buurt van Ronald als je bij hem kwam.

Nita zegt het als volgt: Ronald was een bevlogen prater. Een rappe prater ook. Zo rap soms dat zijn woorden niet tot volle wasdom kwamen, waardoor sommigen moeite konden hebben hem van A tot Z te volgen. De woorden leken gekoppeld aan zijn gedachten: ook die gingen snel.

Ronald was niet van de ‘luwte’. Nee, hij wilde met elke vezel van zijn wezen deelnemen aan een conversatie. In alles was hij geïnteresseerd, over alles had hij vooral ook een mening. Een duidelijke mening.

Nieuwsgierig was hij. Afhankelijk van de onderwerpen die ter tafel kwamen wisselden de emoties elkaar af: verbazing, vrolijkheid, boosheid, enthousiasme, . . . het hele scala.

Het was altijd een feestje om bij Ronald en Ruth te zijn. Je werd altijd geacht mee te eten. Ook Marja, Nita en Joke roemen het uitgebreide koken voor iedereen.

Zijn kookkunst was vermaard. De gerechten waren altijd bijzonder, er werd goede wijn bij geschonken en alles was er in ruim voldoende mate.

De laatste tijd was hij wat voorzichtiger met alcohol. Afgelopen maand zei Ronald tegen Marja dat ze het beste appelsap konden drinken want hij had lekkere appelsap gevonden (en meteen maar 36 flessen aangeschaft)

Hij maakte er ook zelf een feestje van. Ook als het wat minder met hem ging.

De laatste keer dat wij bij Ronald en Ruth aten, zei hij nog: ‘Je moet er iets van maken, anders heeft het leven geen zin’. En hij heeft er zeker wat van gemaakt.

Ronald heeft in Amsterdam gewoond en in Haarlem en hij vond het heerlijk om in deze steden te wonen.

De stad in om boodschappen te doen bij de vaste adressen die hij na wat zoeken gevonden had. Wat drinken in een café of op een terrasje. Lekker met Ruth, familie of vrienden uit eten gaan en geregeld naar een voorstelling, concert of film.

Daarnaast hield hij van wandelen en van de natuur. Met Ruth heeft hij een deel van de St Jacobsroute naar Santiago de Compostella gelopen.

De laatste jaren hebben ze die tocht niet kunnen afmaken.

Wij, als broer en zussen van Ronald kennen hem allemaal als een bevlogen, humorvol mens, een zeer sociaal persoon. Een optimist die ondanks al zijn operaties en ziektes ook nog bleef werken.

Iemand die ervan genoot om anderen om zich heen te hebben: Ruth, Bauke en Mirella, Max en Bart waar hij zo van genoot, maar ook alle anderen die hem dierbaar waren.

Een anekdote die zijn humor illustreert:

Bij de begrafenis van zijn vader, het moment dat de uitvaartverzorger zich met hoge hoed bij het huis meldt voor de uitvaart.......’Ha, u komt konijnen uit uw hoed toveren!’, of woorden van gelijke
strekking. In ieder geval kon de heer in kwestie de opmerking duidelijk niet waarderen.
Het was Ronald geenszins te doen de begrafenisspecialist te schofferen of de indruk te wekken dat hij
diens werk niet serieus nam. Ronald was simpelweg voor sommige mensen te snel en te onverwachts.

Jammer dat het zo moest aflopen.

Met doodgaan kun je niet dealen, onmachtig blijft iedereen achter.

In de toekomst ligt het verlies, we zullen Ronald altijd missen.

Ik was blij met mijn broer.

Harry, 4 januari 2016




Bart:

‘Ja, met mij’. Het is de zin waarmee Ronald zich via de telefoon doorgaans aankondigt. Achter de formulering ‘ja, met mij’ manifesteert zich hoe Ronald is. Geen afstand, geen distantie, geen aanstellerij, geen voetstuk.

‘Ja, met mij’ is de begroeting van iemand die je dichtbij wil hebben, die je vertrouwd is, die warmte uitstraalt, die uitnodigend is.

Van die ruimhartigheid kon ik dankbaar gebruik maken. Halverwege de jaren zeventig was ik op zoek naar woonruimte. Ronald bood me aan om zolang bij hem te wonen. Ik zie ons beiden nog staan in die keuken op Fleerde 615. Twee jongens die geen idee hebben hoe ze eten moeten maken. ‘Moet de karbonade nu in de pan als de boter heet is, of moet de karbonade gelijk met de boter in de pan?’

Noch Ronald noch ik had enige notie hoe dit aan te pakken. Hoe het is opgelost, weet ik niet meer. Wel weet ik dat de kunst van het koken hem sinds die tijd veel beter is afgegaan.

Ronald kwam ik voor het eerst tegen bij een ledenvergadering van de Industriebond in Amsterdam en sinds die tijd ook bij het NVV-jongerencontact. Het klopte tussen ons. Zijn manier van kijken naar de wereld en die van mij liepen parallel. In een wereld die in de jaren zeventig gemakkelijk onder te verdelen was in ‘goed’ en ‘fout’, was het lekker positie kiezen. Wij rekenden ons gemakshalve onder ‘de goeden’.

Schieten op de ‘reformistische’ vakbondsleiding was een van onze favoriete bezigheden. En de in onze ogen nietsontziende bezuinigingspolitiek van Den Uyl, met zijn 1%-operatie, was een dankbaar thema om flink aan de orde te stellen. Die ene procent was overigens geen bezuinigingsoperatie, maar beperking van de groei. Maar in die tijd vonden we alles schandalig, dus dat ook…

Het leek ons ook een goede zaak om onderzoek te doen naar de houding van de Westduitse vakbond over de Berufsverbote. Die vakbond was van plan een bezoek te brengen aan het NVV-jongerencontact in Alkmaar. Zo reden wij met z’n tweeën richting Darmstadt, om ter plekke te kijken of die vakbondsvrienden aldaar wel koosjer waren. Hij reed – ik sliep. Hij discussieerde daar – ik niet. Ronald was de Duitse taal namelijk wél machtig… Hoe dan ook: de uitkomst was dat de Westduitse vakbond niet naar Alkmaar kwam…

Zo rond 1978 verruilde Ronald zijn dienstbetrekking bij Henkel Nederland voor een bezoldigde functie bij het NVV-jc. Het contact is al die tijd gebleven.

Het bracht ons in al die jaren vele etentjes, uitstapjes en vakanties. Van het hotel van Marjan in Beddingwolde tot de bananenplantages op La Palma. Van een zeer gastvrij ontvangst op het Joegoslavische eiland Krk tot een vrolijk kerstgelag in de Ardennen met Jan en Wilma.

Flarden van die mooie momenten die Ronald mij en ons heeft gegeven, komen dezer dagen in verhevigde waarde en betekenis naar boven.

De verhuizing van Ruth, Ronald en Bauke naar Mijehof. Een plek die in mijn herinnering een soort openbare herbergfunctie vervulde, met als medebeheerders van het dorpsplein Ronald en Ruth, Jan en Berry en Ted en Margreet. Je was daar altijd welkom. Blijf je eten? Tuurlijk blijf je eten! Blijf je hier slapen? Natuurlijk blijf je slapen!

De driedaagse wandeling tussen Zuidlaren en Emmen halverwege de jaren tachtig. Van die tocht staat in mijn geheugen gegrift een trippelende Bauke en Mark, die met hun vijfjarige spillebeentjes iedereen eruit liepen.

Of wanneer Ronald zijn vermogen aansprak om via een lenige toepassing van de taal, zijn – soms gereserveerde – gevoelens te uiten. Zo kon hij veel waardering hebben voor iemand die een geknoopt kleedje in elkaar ‘had gegutst’.

De lol, het plezier, de lach – het is altijd bij Ronald gebleven. Bij ons thuis samen het nummer Rocky Raccoon zingen. Geheel en al uit het hoofd, zonder aarzeling en uit volle borst richting strofe waar het echt om ging: Her name was Magill, and she called herself Lil, But everyone knew her as Nancy. Een prachtige vondst, zo vonden we! Sindsdien kan de witte dubbelelpee niet meer op, zonder aan het duet met Ronald te denken.

‘Ja, met mij…’. Het zal niet meer door de telefoon komen. Wat rest zijn herinneringen die ons dierbaar zijn.

Herinneringen die in ieder geval worden gevuld met het plezier van de groep vrienden die sinds 1999 jaarlijks kampeert. Het beeld ervan is vrij goed neer te zetten. Ronald centraal in de buurt van de vier buta-gasjes, met in ieder geval een theedoek en pollepel in de buurt. Eromheen gedrapeerd de rest van het keukengereedschap, dat een smakelijk maal verzekert.

‘Jaap, kan je me een bord geven?’ ‘Ach Maarten, let jij even op de hond?’ ‘Lia, ook een gebakken ei?’ ‘Heidi, er moet nog wel peper op!’ ‘Hé Bartje – altijd Bartje – is het lekker?’

Ons – Jaap, Netty, Ted, Maarten, Lia, Heidi en Bart – rest trots te zijn op de vriendschap, de lol, de nuanceringen, de vergezichten en de kameraadschap die Ronald ons heeft gegeven. Hiervan iets terug te geven aan Ruth, Bauke en Mirella - en hun kinderen - is het minste wat we kunnen doen.

Bart




We hebben inmiddels ook een heel mooi fotoverslag van de begrafenis gekregen. We kijken hoe we die het beste online kunnen brengen.


Groet,

Bauke


Video's
afscheid in beeld